Skigebiedsreview: Le Grand Bornand en La Clusaz

Een authentiek dorp met een leuk skigebied voor alle niveau’s, voldoende kilometers, veel wandelpaden en loipes. En dan ook nog een beetje betaalbaar en niet te druk… Dat is nogal een wensenlijst maar dat hoopten we te vinden in Le Grand Bornand en La Clusaz.

Chaletdorpen

Voor een goede prijs had ik een chalet in Le Grand Bornand gevonden. Daarmee werd aan zowat alle voorwaarden voldaan, want er staan veel loipes en sneeuwschoenroutes op de kaart. Samen met La Clusaz is er dik 200 kilometer piste voorhanden en bovendien is het niet al te ver rijden. Het Oostenrijkse alternatief Bad Kleinkirchheim is verder weg.

De rit naar Le Grand Bornand is eenvoudig en snel, zonder klimmen en maar een half uurtje binnendoor. Het was wel een beetje een groene rit, maar gelukkig was het vanaf Saint Jean de Sixt toch wit. De regen van de dagen ervoor had gelukkig niet alles weggespoeld. Het dorp Le Grand Bornand bestaat uit twee delen: Village en Chinaillon. Het eerstgenoemde bevat een centrum, dorpsplein, kerk en het langlaufcentrum, het tweede is het hart van het skigebied en betreft een oud chaletdorpje aan de voet van Col de la Colombière. Rondom het skigebied van La Clusaz tref je nog meer kernen aan, waarvan La Clusaz er het leukste uitziet, maar er zijn ook mooie chalets te vinden richting de Balme, langs de route richting Croix-Fry en bij Manigod zelf. Aan de Col de Merdassier staan vooral bouwsels uit de Plan Neige tijd. Praktisch, maar niet zo mooi.

De twee skigebieden kennen ieder een duidelijk eigen identiteit, waarbij er binnen La Clusaz weer onderscheid gemaakt kan worden tussen de pistes aan de kant van Clusaz en Balme en de hellingen in het Massif de Manigod. Le Grand Bornand telt ruim 80 kilometer aan afdalingen en La Clusaz 125 kilometer. Voeren we een correctie voor de vallijn door, dan blijft er nog altijd dik 150 kilometer over, waarbij beide gebieden zich zo’n 30 kilometer rijker rekenen. Handig om te weten is dat er in beide dorpen een goed skibusnetwerk loopt, en dat de verbinding onderling ook behoorlijk goed is.

Le Grand Bornand

Laat ik beginnen met het bespreken van Le Grand Bornand. Dit kleine skigebied bevat een heel mooie mix van afdalingen, waardoor er voor ieder wat wils is. Heel veel hoogtemeters in één keer maak je niet, maar de afwisseling is goed waardoor het niet snel verveelt. En als je wilt kun je alsnog vanaf de top helemaal naar Village afdalen, waardoor je nog dik 1000 hoogtemeters maakt. Vanaf Village lopen twee cabinebanen. De oude rode bakjes brengen je naar een soort oefenplateau aan de rand van het skigebied en de witte brengen je richting Chinaillon. Lastig is wel dat je niet zo makkelijk van de ene kant naar de andere kant gaat en niet onder een aantal glijpaden uitkomt. Niet ideaal voor beginnende snowboarders, maar gelukkig niet zo vlak dat je direct stilstaat. De lekkerste pistes vind je trouwens aan de kant van de Maroly en Terres Rouges. Fijne brede rode en blauwe racebanen.

Ook een prima plek om voorzichtig te proeven aan off-piste, iets waar de skischolen dankbaar gebruik van maakten na de 30cm verse sneeuw halverwege onze week. Vanaf daar kun je naar achter doorsteken naar het schilderachtige Col de Annes, waar een oude driezitter je naartoe brengt. De terugweg oogt spectaculair, maar de piste is nogal vlak en een beetje schuin op de helling. Snelheid houden en werken aan je koersvastheid dus. Vanaf het hoogste punt, de Mont Lachat, kun je langs drie kanten omlaag. Jammer genoeg was de freeridezone gesloten. Potentieel een hele leuke helling. De andere kanten zijn best steil, maar als je de rode Aiglon neemt is het wel te doen. Nog een disclaimer: bij ons was de Tolar-lift meerdere dagen dicht. Om dan vanaf die kant terug naar Village te komen kost veel moeite. Meerdere vlakke paden, enkele liften en als je een sleeplift wilt ontlopen, de afdaling helemaal vanaf de top (waarvan de condities later op de dag niet fantastisch meer zijn).

La Clusaz

La Clusaz is de thuishaven van Candide Thovex, een bekende Franse freestyleskiër. Ook een plek die Nederlanders weet te boeien want er waren behoorlijk wat Nederlanders op vakantie en ik heb er meerdere gesproken. Allemaal kwamen er al jaren, hetzij op de camping, hetzij in een hotel of in een vakantiehuis. De plaats oogt bij binnenkomst flink groter dan Le Grand Bornand en is op de pistes ook iets drukker. In beide gebieden was het echter absoluut niet druk te noemen en als je meer dan twee minuten moest aanschuiven waren de wachrijen al lang. En ga je richting Manigod, dan is het gegarandeerd rustig. De eerste keer met de bus die kant op was het wel even zoeken hoe we moesten gaan, want echt duidelijk welke lijn je moest hebben en hoe de liften met elkaar verbonden zijn is het niet. Tip: stap op bij het Gare Routière in de Boulou en ga er bij de eerstvolgende stop, de ijsbaan (is ook maar 5 minuten lopen), weer uit. Je kunt een heel rondje door het oude centrum maken, wat best leuk is om te zien. Wat minder overzichtelijk dan de rechte hoofdstraat in Le Grand Bornand, maar wel sfeervol. Wel zijn de winkeltjes dertien in een dozijn. Een gemiste kans denk ik.

Van lichtblauw naar stevig rood/zwart

Het skigebied: dat verdeelt zich eigenlijk over drie tot vier sectoren. Vanuit het centrum kun je de ene kant op richting L’Aiguille en Balme, en de andere kant richting Beauregard en Manigod. Dat is meteen ook een keuze tussen sportiever en meer ontspannen. La Clusaz vind ik daarin dan ook een wat typisch gebied, dat van eenvoudige blauwe en enkele groene pistes meteen de stap maakt naar stevig rood en zwart. Een eenvoudige rode om wat verder op te warmen is zeldzaam, en vind je vooral bij de (sleep)liften van Merdassier en langs de zitlift op de Croix Fry. Beginners halen hun hart op bovenop de Beauregard, die zijn naam eer aan doet en werkelijk een fantastisch uitzicht biedt op de omliggende bergketens. Al vind je de spectaculairste uitzichten bovenop de Col de la Balme, de Belvédère en Grand Chamois.

De spectaculairste pistes vind je op de Balme, waar er een fijne mix is van natuurlijk verlopende afdalingen, sportiviteit en zicht op de zaagtanden van de Chaine des Aravis. De rode afdalingen vanaf de Tochère helemaal terug naar de cabines is geweldig, met stevige drops, leuke windingen omlaag en rustigere stukken om heel even bij te komen. En er komt maar weinig volk, want je moet er een sleeplift voor nemen. Het stuk tussen de Bergerie en de Col de la Balme is een grote off-pistespeeltuin met enkele dieprode pistes. De blauwe vanaf de Bergerie helemaal naar beneden is een fantastisch glooiende carvebaan met enkele scherpe bochten om het ritme te breken (of te maken).

Mooiste carvepistes van het gebied

Heel anders zijn de rechttoe-rechtaan pistes richting het dorp zelf. De Fernuy en L’Aiguille zijn steil en strak. Veel andere gebieden zouden hier de zwarte kleur aan hangen, maar zwart is in La Clusaz ook echt flink zwart. Hoe anders zijn de pistes op de Beauregard en Tete Cabeau. Hier vind je lieflijke blauwe pistes en een heel lang blauw pad rondom de Beauregard. Snowboarders kunnen dit deel van het gebied beter mijden. Het is namelijk de enige piste terug. De blauwe Coverie aan de andere kant van de weg is namelijk zo mogelijk nog vervelender en je moet alsnog een stuk met de sleeplift omhoog waar je op de fijnste blauwe en rode piste van het gebied wordt getrakteerd. Want de Régine Cavagnoud en Les Joux en Laquais zijn de heerlijkste carvepistes van het hele gebied. En door de ligging uitzonderlijk rustig. Ook best speels, door de bochten en heuveltjes in de piste. Nu moet ik zeggen dat ik de Fernuy door een grote lawine vlak voor onze komst niet goed heb kunnen beoordelen. Ook waren er een aantal andere pistes dicht, dat zijn blijkbaar meestal wel knelpunten.

Conclusie

Heeft het aan de verwachtingen voldaan? Zeker weten. Goed openbaar vervoer, veel wandelmogelijkheden en vriendelijke skipasprijzen (La Clusaz in voorverkoop of Le Grand Bornand los kon je al voor €200 voor 6 dagen kopen als volwassene. Op de combipas kregen we geen korting maar die kostte slechts €245). Zeker in Le Grand Bornand zijn veel leuke berghutten te vinden met prima eten voor prima prijzen. La Clusaz heeft wat minder keuze op de berg, maar heeft rondom de ijsbaan en kerk ook heel wat restaurants en take-aways. Overal heb je voor een euro of 14 een goede plat du jour. Eet een hamburger met reblochon bij La Trace onderaan de Telecabine de la Balme, pak een paar fantastische stukken fried chicken (ze noemen het chicken nuggets) bij La Piste Bleue op de Beauregard en eet een pizza bij Le Neve vlakbij het dalstation van de Mont Lachat. Een drankje doe je bij 1647, raak geïnspireerd door de kaart maar laat de (te) dure gerechten voor wat het is. Hooguit de plat du jour.

De enige reden dat ik er volgend jaar niet opnieuw naartoe ga is (naast dat het huis niet meer zo voordelig te boeken was) dat we met ons gemengde gezelschap niet echt lekker bij elkaar konden zijn. De snowboarder bleef liever in Le Grand Bornand, de wandelaars liever rondom Croix Fry en Beauregard evenals de voorzichtige vakantieskiër, en ikzelf vermaakte me het beste op de Balme en de Belvédère.