Na een hele lange periode met vooral snelle forumberichten en weinig tijd voor diepgang presenteer ik in dit topic alle skigebiedavonturen vlak voor en tijdens de coronaperiode. Oudere en losse reviews zal ik ook zo veel mogelijk in dit topic bundelen.
Ik probeer zo veel mogelijk een objectieve kijk te presenteren, maar het blijft mijn eigen persoonlijke ervaring en niet het gemiddelde van een groep. Handig is dan om te weten dat ik zowel ski als snowboard, een sterke voorkeur heb voor snelheid en gesneden bochten en niet graag rustig naar beneden keutel maar dit wel doe als de situatie dat vraagt. Mijn techniek is bovengemiddeld voor een vakantieskiër, maar met serieuze training is er nog veel winst te behalen. Ik kom dus overal af, maar heb onder lastige omstandigheden mijn beperkingen.
Tijd om van wal te steken!

St. Jakob in Defereggental
Een cinematografisch hoogtepunt. Een blockbuster van ongekende grootte. Een niet te stoppen franchise. Ja, ik praat hier niet zomaar over topper, ik praat hier over een onberispelijk in het zwart geklede legende. Of eigenlijk beter, waar het circus omtrent dit fenomeen is neergestreken. De persoon in kwestie is James Bond, het gebied het Defereggental. Hier zijn de Land Rovers de berg afgesuist. Iets wat voor de gemiddelde wintersporter ook mogelijk is. Want verscholen halverwege het ietwat afgelegen Defereggental ligt de Brunnalmbahn. Het huisskigebied net buiten St. Jakob.
Niet al te groot met 17 km aan piste, maar wel mooi hooggelegen en op het noorden gericht.

null

Een niet al te nieuwe gondelbaan met een prachtig kleurige stations brengt je naar de alm, alwaar het gros van de pistes ligt. Hier een mix van oud en minder oud. Er staat een moderne koppelbare zeszitter, maar die is ook al weer 16 jaar oud. Verder nog een sleeplift en een oude driezitter direct bij de gondelbaan. Beginners glijden hun eerste meters bij de twee sleepliften beneden, die prachtig in het bos verscholen liggen en hele prettige pistes ernaast hebben liggen.
Zicht op het dalstation
null
Dit zie je als je de gondelbaan uitkomt
null

Als je deze ontgroeid bent kun je met de gondel naar de alm en via een skiweg naar de nieuwere zitlift. Die ontsluit vrijwel alle pistes op de alm, die van blauw, via lichtrood naar volrood gaan. Mooie, brede biljartlakens waarop je heerlijk kan knallen, of juist voorzichtig kan oefenen voor het echte werk. Prepareren kunnen ze er wel, dat moet ik ze nageven. De pistes waren nagenoeg richelvrij over de gehele breedte. Heerlijk dus om te carven. Wel was het wat aan de harde kant. Voordat je daar aan toe komt loont het zich om van de hooggebergte panorama’s te genieten. Je bent hier omringd door drieduizenders, die ook best dichtbij staan. Een plek waar je je echt nietig waant. Gelukkig is de alm zelf lekker overzichtelijk. Er zijn drie punten waar je terecht kunt komen. Dat getal komt weer terug in het aantal hutten op de berg. Beneden bij de sleeplift is de enige plek waar je meteen doorsteken naar de dalafdalingen. Waar het qua niveau op de alm nog wel te doen is, komt hier wel wat bij kijken. De rode afdaling start overigens lastiger dan dat de zwarte in zijn geheel is. En beide pistes zijn (op een klein stukje pad na) mooi breed. Een reflectie van bovenin dus. Al met al een heel goed gebied om te leren skiën of snowboarden en door te groeien. Alleen is voelt het wel erg klein. En is een gevorderde wintersporter hier snel uitgekeken. Er zijn wel wat off-piste mogelijkheden, maar het meeste kun je toch echt alleen bereiken door er (met gids) zelf heen te vellen.
null
null
null
null
null
null
null
null
Van boven naar beneden: Uitzicht vanaf de top; brede pistes; best wel steil hoor!; lekker door het bos naar het dal; het hele funpark
De grote pluspunten zijn de rust, de goed geprepareerde brede pistes en de uitzichten.
Nadeel is dat het gebied zelf nogal klein is. Voor sommigen een nadeel, voor anderen een voordeel, maar het Defereggental kan ik onmogelijk als levendig bestempelen, maar is door het aantal gastenbedden nooit overvol.
null
null
null

*bericht bewerkt door moderator (Roel) op 09 mei 2022 12:48

Vals

Ditmaal in Zwitserland, maar weer zo’n klein pareltje achteraf. De bron van het Valser water en een verrassend mondain toeristenoord. De weg erheen is relatief smal en in matige conditie voor Zwitserse begrippen, dus om vervolgens dure hotels, hippe skikleding en de nodige dikke wagens tegen te komen is wat verrassend.
Ook als je naar het skigebied kijkt. Je gaat weliswaar naar 3000 meter op de Dachberg, maar het eigenlijke skigebied wordt uitsluitend door oude sleepliften ontsloten. En echt prettig in gebruik zijn die ook al niet. Men claimt 25km aan pisten, niet gemeten in de vallijn maar al bochten draaiend. Volgens Openskimap.org is het 15km, en als je de dalafdaling meetelt zal dat aardig kloppen.

null

Zoals je kunt zien zijn er een aantal pistevarianten aan beide kanten van de sleepliften. De rode 2 en 8 waren eind maart niet open, en waren ook nergens te bekennen. De pistepaaltjes stonden er niet en er was ook niets geprepareerd geweest. Gezien dat de laatste serieuze sneeuwval bijna vier weken daarvoor was gevallen, kon het niet zo zijn dat de sporen ondergesneeuwd waren. Voor het uitzicht maakt het weinig uit, want de panorama’s boven in het gebied worden er niet minder om. Je staat middenin de Alpenhoofdkam en kijkt rondom naar woeste drieduizenders, waar de bewoonde wereld ver vandaan lijkt te zijn. De pistes die zich vanaf de top een weg naar beneden banen door de woeste rotsmassieven gaan mooi op in het landschap, maar zijn daardoor niet al te eenvoudig. Als beginner of lichtgevorderde zijn er betere alternatieven in de buurt. Blauw is namelijk stiekem best wel Frans blauw, en mag op veel plekken de rode kleur dragen. Dat samen met de liften die - op de toplift na - een lastige instap hebben maakt dat je hier niet zomaar even wat gaat lopen aanrommelen. Gelukkig is er een goede skischool met een eigen oefenhelling dicht bij het café. De meeste mensen komen dan ook genieten van de uitzichten en gebruiken de pistes maar beperkt. De terrassen waren dan ook goed gevuld, zowel bij het bierkeetje bij de Dachberg alsmede het grote panoramaterras bij de Gadastatt. Wel jammer dat die enkele skiër zo graag voor willen dringen bij de lift en zich op de piste ook allerminst hoffelijk gedragen. Hoe anders was het op het terras, waar we onder het genot van een goede en enigszins betaalbare rösti heerlijk hebben gekeuveld met onze lokale tafelgenoten.

Samenvattend: Leuk om eens te zien als je in de buurt bent. Skipas en restaurant zijn prima te betalen namelijk, in tegenstelling tot Laax. Bedenk je nog eens goed als je hier een week met de kinderen naar toe wilt. Winterwandelwegen zijn er dan wel weer voldoende, evenals toermogelijkheden, maar dat is in de buurt uitgebreider en goedkoper te vinden (later meer hierover).

null
Fantastisch hooggebergte
null
null
De sleeplift langs de Dachberg
null
Het bergrestaurant is eenvoudig met de gratis gondel bereikbaar
null
Dwars tussen de rotsen doorslingerend
null
Pittig blauw
null

Heerlijk, ik ben heel benieuwd waar je allemaal geweest bent Bennie. Werk je ook deels in de bergen af en toe of enkel privé tripjes?

Zou het mooi vinden als je de periode wanneer je er geweest bent er bij kunt zetten trouwens. Zeker als het gaat over zo’n lange periode dan is het wel fijn om de foto’s/ omstandigheden wat in perspectief te plaatsen als je weet omstreeks wanneer het was (Corona/ seizoen qua omstandigheden etc).

Vrijwel al mijn verslagen zijn uit het laagseizoen. En wanneer, dat kun je in mijn kalender terugvinden. Periodes zijn altijd tussen begin januari en half maart geweest, wat zorgt dat de sneeuwcondities vrijwel altijd goed te noemen zijn. Mocht het echt de topvakantieweken betreffen meld ik dat erbij.

Venet

Velen zullen dit skigebied al meermaals voorbij gereden zijn zonder er erg in te hebben. Ook ik. Op weg naar bekende ski-oorden als het Paznauntal, Nauders, Serfaus-Fiss-Ladis of de Arlbergregio. Landeck is een behoorlijke plaats, zeker met het daaraan geplakte Zams; om die reden zijn de doorgaande routes als tunnels aangelegd en wordt het zicht op de skiberg je deels ontnomen. Niettemin is dit skigebied zeker een bezoekje waard. Ik was er samen met Henri, onder zeer goede omstandigheden.

null

De Venet wordt ontsloten door een skigebied met zo’n 22km aan piste. Toen wij er waren zaten de varianten van de rode 6 onderin dicht. Naar wat later bleek door een gebrek aan sneeuw op het pad dat voor piste doorging. En dat op 1550m! Zo zie je maar weer wat een zuidelijke expositie kan doen. Vroeger stond er ook nog een dalafdaling naar Zams op de kaart. Deze staat overigens nog steeds op de grote skikaart onder en boven aan de pendelbaan. Die hebben ze simpelweg met wat wit overgeschilderd. Als je op de kaart kijkt, kun je deze piste vanaf het middenstation over de brede witte banen rechts bij de Staudacherhütte wel indenken. Waarschijnlijk was het aanleggen van kunstsneeuwinstallaties hier simpelweg te duur. Investeringsbudget is er zo te zien weinig hier. Je ziet het terug in de liften. Er staan nogal wat klassiekers hier. Het meest recent is de besneeuwingsinstallatie voor piste 1. Wel helemaal van boven tot beneden meteen, dus een kleine 1250 hoogtemeters.
Wat maakt dit skigebied nou zo bijzonder? Is het de oude pendelbaan met zijn middenstation dat via een bijzondere stalen constructie midden in de lucht werkt? Of de oude tweezitter die de fijne zuidwestzijde van het gebied ontsluit, waar je zo lekker in kunt onthaasten? Of misschien wel de twee lange rodelbanen, aan elke kant van het gebied?
Het leuke is toch vooral de rust, de fijne en afwisselende pistes en de prettige uitzichten. Zeker aan de zuidzijde lopen de pistes heel natuurlijk en voelt het echt alsof je op de hochalm aan het skiën bent. De noordzijde is wat sportiever, maar heeft ook de oefenlift, het funpark en de speeltuin. Neem je hier de afdaling vanaf de top tot Rifenal in één keer, kun je er zeker van zijn dat het zuur je in de benen staat. Aan de zuidzijde heb je de keuze uit de rodelbaan annex blauwe piste of de kronkelende rode, die eventueel ook weer op de blauwe piste uitkomt. Neem je het sleepad, moet je onderaan weer een heel stuk omhoog klunen om bij de lift te komen; niet ideaal. Wel leuk zijn de skiroute en de off-piste varianten aan deze kant van de berg. Je komt eigenlijk altijd wel weer bij de lift uit. Om te pauzeren heb je niet veel opties. Het panoramarestaurant kijkt erg mooi weg richting Arlberg en Fisser Nordseite, de Jägerhütte is een echt schnapshol en de Zammer Alm de meest authentieke hut met goede keuken.
Je gaat hier vooral heen voor de rust en de afwisselende pistes. En dan vaak hooguit enkele dagen. Je gaat hier niet heen voor de moderne infrastructuur. Voor beginnende wintersporters is het ook niet ideaal, omdat je eigenlijk altijd helemaal omhoog moet.
Uitzicht richting Imst als je het liftgebouw/restaurant uitstapt
null
De lift van de oefenpiste loopt dwars over de pistes heen
null
De sportieve noordzijde
null
Blik op Landeck en richting Arlberg
null
90 graden naar links kijk je het Inndal in richting Fisser Nordseite en Nauders
null
De fijne zuidzijde
null
null
null
De afdaling richting Rifenal
null
null
Panorama Rifenal
null
Waarlijk een panoramaberg
null
null
null
null
null

Erg leuk om te lezen Bennie. Zeker ook om de kleinere pareltjes te leren kennen.

Großglockner Resort Kals-Matrei

Ooit bestempeld als één van de grote leugenaars onder de skigebieden qua pistekilometers. Tegenwoordig bijgesteld naar dik 40 kilometer. Ook werd het hoogste punt met bijna 200m opgeklopt, maar ligt toch echt op 2400 en een beetje meter. Geen recept waar ik veel van verwacht. Toch ben ik die kant op gegaan. Ik ben de lift namelijk al zo vaak gepasseerd op weg naar het zuiden. Vanuit Mittersill sta je namelijk met een goed half uur rijden in Matrei. De Felbertauernstrasse en bijbehorende tunnel zijn namelijk goed ingericht op de snelheden die je mag rijden op de route, en bevatten geen haarspeldbochten. Een route waar je dus niet met samengeknepen billen over hoeft te rijden dus.

Het gebied wordt ontsloten door de plaatsen Matrei en Kals. Kals is een klein dorpje diep verscholen in de bergen, en ontpopt zich meer als een chique hoteldorp met zelfs een klein beetje ski-in ski-out. Matrei is de belangrijkste plaats in dit deel van Osttirol. De lift bevind zich aan de rand van de plaats, maar maakt de reis daar naartoe daardoor eenvoudig, en biedt zo ook voldoende parkeergelegenheid.

null

Wat als eerste opvalt, is dat je niet skiënd in de buurt van de lift in Matrei kan komen. Beginners gaan dus aan het eind van de dag met de lift terug. De dalafdaling ligt wat ongunstig op zuid-west, waardoor het veel sneeuwkanonnenkracht kost om deze open te houden/te openen gedurende het seizoen. De zuidalpen, waar Osttirol onder valt, hebben al jaren magere winters gehad en zijn dus in grotere mate afhankelijk van sneeuwkanonnen. Tijdens mijn bezoek in januari viel het wel op dat deze regio nog steeds (profi)teerde op de dump van november. Hier lag veel meer sneeuw tot in het dal dan aan noordkant van de Tauern. Mooi, want daardoor waren alle pistes open.
Nu ter zake: Het was een opvallend leuk skigebied. Gevarieerd met behoorlijk wat sportieve afdalingen. Veel afdalingen die mooi de glooiing van de berg volgen ook. Beginners komen er wel wat bekaaid vanaf; Bovenaan de Goldried I zijn wat eenvoudiger varianten van de blauwe 2. Onder de sleepliften wordt het al weer wat lastiger. Waarom? De blauwe 2a is een smal pad waar alle klasjes over moeten. Druk, met veel stilstaand verkeer. Een vrij steile rode kruist ook nog eens op verschillende punten. Kals is wat dat betreft niet veel beter, met een mooi blauw glijpad (15a) vanaf het middenstation van Kals I, uitkomend op een heerlijke flauwe en brede oefenhelling tussen de sleepliften in het oefengebied. De rest boven Kals is echt rood tot donkerrood en zwart. Serieus dus. Boven Kals liggen ook meteen de best toegankelijke off-pistelijnen, deels als skiroute, deels als ongezekerde variant. Boven Matrei zijn er niet zoveel mogelijkheden, maar de Cimaross ontsluit wel een hele serie snelle afdalingen. Om terug naar het dal te komen moet je wel een vrij vlak pad onder de kam volgen, wat met sterke wind – die daar vaak aanwezig is – een flink geprik/en of gewandel is. Als je daar eenmaal weer langs bent zijn pistes 5 en 6 zeker de moeite. Steek dan ook een keer door naar het dal. Moeilijk is de dalafdaling niet, maar je hebt onderin slechte sneeuw en moet daarna ook nog eens naar de bus zoeken. Die staat niet bij het einde van de piste, maar net iets lager om het hoekje.
In Kals zijn de afdaling rond de oude Figollift, nagenoeg allemaal genummerd met 17, zeer de moeite. Steil, maar niet te moeilijk, met allerlei varianten die elkaar op meerdere plekken kruisen. Goed voor uren skiplezier.
Al met al dus een prima skigebied, met als pluspunt dat het veel groter lijkt dan het is. Iets minder is de verbinding tussen Kals en Matrei, die toch eigenlijk niet voor beginners is. Je kunt eventueel met de lift, maar Kals biedt een beginner ook niet zo veel. Verder is de horeca op de berg niet erg uitgebreid. Het loopt niet over van de hutten, maar de meeste zijn wel zeer gangbaar.
Een gevorderde wintersporter zonder behoefte aan veel pistekilometers, maar kwaliteit hiervan belangrijk vindt komt in dit gebied helemaal aan zijn trekken. Eventueel kun je je skipas voor een klein bedrag upgraden naar een Osttirol Card. Dan liggen Lienz en het Defereggental ineens binnen bereik. Beiden zijn namelijk met 25 minuten rijden vanaf Matrei aan te rijden (of met de bus te bezoeken).

Op het hoogste punt van het gebied staat een restaurant

null
De kom achter de Goldriedgondel is best ruim
null
Steil zwart op weg naar Kals
null
Leuke bosroute vanaf het middenstation van de Kals-gondel
null
null
Dicht bij het dorp liggen eenvoudige blauwe pistes
null
null
null
Lekker sportieve pistes bij de Glocknerblick en Fogollift
null
null
Bovenop de Goldried in Matrei juist brede en minder intense pistes
null
Maar aan de randen stiekem best intens
null
Bovenaan de Cimaross kijk je mooi weg
null
En bij de rode dalafdaling ook, maar dan op Matrei zelf
null
null
null
Nogal dooie après-ski
null
En de Großglockner verstopt zich ook al
null

Venet is echt wel een heerlijk skigebiedje. Echt een verademing tov het nabijgelegen, overhypte en overbevolkte SFL.

Born to Ride

Bedankt Bennie!!!

Bla, bla, bla.

Ski Optimal Hochzillertal/Hochfügen

Het Zillertal. Al sinds jaar en dag favoriet onder ons Nederlanders. Een noord-zuid gelegen dal relatief dicht bij de grens met Kufstein, met daarin 7 skigebieden. Spieljoch, Hochzillertal-Hochfügen, Zillertal Arena, Hainzenberg, Ahornbahn Mayrhofen, Zillertal 3000 en de Hintertuxer Gletscher. Dat alles kan onder de Zillertaler Superskipas gebruikt worden, of in de drie afzonderlijke regio’s. Ski Optimal, Zillertal Arena en Zillertal 3000. Ik was aan het werk in Kaltenbach, dus het bezoeken van het bijbehorende skigebied was niet meer dan logisch.

null

Hochzillertal/Hochfügen behoort net als Kals-Matrei tot de Schultz Gruppe. Deze was in het verleden ook eigenaar van de Mölltaler Gletscher en Ankogel resort (net als Sillian en St. Jakob in Defereggen), maar deze twee Kärntner gebieden hebben ze afgestoten. Ook Hochzillertal was berucht om zijn opgeblazen skikilometers. Na correctie is daar zo’n 88km van over gebleven. En ik moet zeggen, 88 hele goede kilometers. Één van de leuke extraatjes die Hochzillertal biedt, is dat de liften elke dag al om 7:30u openen. Zorg je dat je vroeg bij de lift bent, heb je echt een aantal uur om het gebied in alle rust te verkennen. En het moet gezegd worden, ook na die vroege uurtjes kan het gebied de massa’s behoorlijk goed aan. Ook in het piekseizoen.
In ieder geval, ik had een dun laagje verse sneeuw, een mooi rustig skigebied en vlot snowboard. Nadat ik in de futuristische Wimbachexpress het hoofddeel van het skigebied boven Kaltenbach en Aschau had aanschouwd ben ik meteen maar doorgestoken naar Hochfügen. Dit hoteldorp kent ski-in ski-out en diverse blauwe afdalingen. Om er vanaf de Wedelexpress te komen moet je wel een zwarte of een gangbare rode piste af. Beiden lekker lang, en de zwarte met een lekker stevige hellingshoek. Onderaan kun je met een gondel bijna helemaal omhoog, of met een oude tweezitter naar een ander hoekje van dat deel. Hier heb je heerlijk gemoedelijke blauwe pistes liggen, en rond half tien wordt het druk met skiklassen. De Holzalm heeft heerlijke rode afdalingen, maar deze kun je na de lunch beter laten voor wat het is. Terug in Hochzillertal lagen de pistes er beter bij. Blauwe pistes zijn hier wat schaarser, maar de rode afdalingen zijn niet al te moeilijk. De zwarte pistes zijn ook best vriendelijk, maar de dalafdalingen daarentegen zijn knap lastig. De pistes rond de Kristallbahn – met de daarboven gelegen chique Kristallhütte – zijn niet al te lang. Ze hebben een mooi glooiend karakter, maar zijn al vroeg op de middag slechter. Datzelfde geldt voor de (Olympische) afdalingen bij de Neuhüttenbahn. Het beginnersstuk rond de Mizunbahn houdt zich dan wel weer lang goed, met naar verhouding tot de drukte maar kleine bulten. Lekker om slalommend tussen de groepjes door naar beneden te gaan.
De dalafdaling naar Aschau, die officieel skiroute heet, is volledig besneeuwd en behoorlijk steil. Door de rust valt de pittigheid wel mee. Onderaan staat eigenlijk altijd wel een bus klaar, die je met 10 minuutjes naar de lift in Kaltenbach brengt. Daar eindigt ook de Stephan Eberharter Goldpiste. Nog zo’n zwarte en zware dalafdaling. Doordat het dal naar verhouding erg laag ligt, is de piste onderaan een wit lint door het groen. Veel mensen passeren er gedurende de dag, dus je kunt je het slushbuckelfestijn in de middag wel voorstellen. ’s Ochtends is de boel spijkerhard, met onderin de nodige gaten omdat het lastig is om zo’n smalle buckelpiste mooi te krijgen.
Al met al was het gebied een enorme opsteker. Een goed opgezet skigebied met een heel aantal leuke pistes. Ook qua drukte nog goed te doen. Zell am See en Saalbach voelen drukker aan.
Pluspunten: Goede infrastructuur, Nederlandse leraren en een gevarieerd skigebied.
Minpunten: (Relatief) Druk, prijzig en overlopen met Nederlanders.

Het centrale punt waar je vanuit het dal boven komt

null
null
Blik richting Inndal
null
Blik richting Marchkopf
null
Vroege vogels worden beloond
null
null
Aankomst bij de 8er Jet. Ik wil niet weten hoe het is als hier skibussen vol aankomen
null
Boven in Hochfügen was het prachtig
null
null
null
Blik richting Spieljoch
null
Later op de ochtend wordt het al drukker op de Holzalm
null
Lekker breed maar wel een stuk drukker onder de Sonnenjet en Schneeexpress
null
null
Prachtig, boven bij Wetterkreuz
null
Op naar Aschau
null
null
null
Bij de Sonnenjet komen toch echt de meeste mensen samen. Het is dan ook een fijne, niet te moeilijke en brede piste
null
Dalafdaling naar Kaltenbach
null
null
null

Hier de links naar andere, oudere verslagen voor nog meer inspiratie! Daarin vind je ook weer wat links, dus kijk alle posts eens na als je wat specifieks uit mijn skikalender zoekt.
https://www.wintersport.nl/forum/topic/468965
https://www.wintersport.nl/forum/topic/393770
https://www.wintersport.nl/forum/topic/445772
https://www.wintersport.nl/forum/topic/527628
https://www.wintersport.nl/forum/topic/527629
https://www.wintersport.nl/forum/topic/527630

*bericht bewerkt door Bennie op 09 mei 2022 19:40

Spieljoch Fügen

Het eerste skigebied dat je in het Zillertal passeert ligt in Fügen, en is het op wintersport.nl veel geprezen Spieljoch. Minder druk dan de reuzen van dal, maar zeker niet minder populair. Met een lange rodelbaan op hoogte, twee lange dalafdalingen en een mooi breed oefengebied boven op de berg. Met zijn 17km piste erg overzichtelijk. Familienspaß ten voeten uit. Toch?

Laten we duidelijk wezen: De Spieljoch heeft twee gezichten. De dalafdalingen zijn namelijk ronduit sportief, terwijl de helling bovenop, met name rond de sleepliften, juist heerlijk vriendelijk is. Verder is de Onkeljochbahn nog een (heerlijke) dissonant, want deze niet koppelbare driezitter heeft veel minder capaciteit dan de grote gondels omhoog. Niet erg, want het is juist heerlijk verfrissend om niet te overvolle pistes tegen te komen. En omdat het gebied vooral gezinnen met jonge kinderen en iets oudere beginnende skiërs aantrekt (snowboarders zijn hier zeldzaam) zijn de moeilijker Geols en Spieljoch afdalingen heerlijk rustig. De Spieljochafdaling richting Fügen is trouwens nergens diep rood, maar is door zijn lage ligging op het oosten al vroeg op de dag erg zacht. De zwarte Geolsafdaling richting de weg naar Hochfügen is ook niet al te moeilijk, al zul je op het eerste stuk wel wat moeten werken. Daarna is de tocht heerlijk panoramisch en o zo kort, ook al overbrug je dik 800 hoogtemeters. Na de Onkeljochbahn heb je op de dalafdaling ook een aantal fijne stukken, maar kom je in de middag onderin er wat bedrogen uit. Je kruist een aantal wegen in Fügen zelf. Als je materiaal je lief is kun je dan beter je glij-ijzers uit doen. Eerder op de dag is deze afdaling magnifiek, en kun je het hele stuk vol gas naar beneden terwijl je heerlijk tussen de bomen zoeft.
Zoals eerder gemeld ligt tussen de sleepliften het beste oefenstuk, en tevens het beste carvegedeelte. Na het bergstation van de Spieljochbahn is het nog steeds breed, maar duik je wel een stuk steiler naar beneden. Met alle schoolklasjes die er gedurende de dag passeren kun je er op rekenen dat je na de lunch daar over een hobbelig parcours mag sturen. En als je rustig over blauw wilt, moet je een smal pad delen met de vele rodelaars (of ik-wil-dodelaars).
Zit je hier in de buurt, sla dan zeker de Spieljoch niet over. Voor een week is het aanbod wel wat mager, tenzij je echt je eerste meters op de glij-ijzers maakt. Voordeel is dat je hier al vroeg omhoog kunt. De skibus naar Hochfügen rijdt namelijk pas vanaf half negen, wat betekent dat je daar niet voor negenen bij de liften bent. Verder is het er relatief rustig, overzichtelijk en zijn er mooie dalafdalingen. De dalafdaling naar Fügen is dan wel niet te moeilijk, maar bij iets warmer weer al best lastig door de bescheiden hellingshoek en de vele slushbuckels. Dus met je beginnende kinderen naar het dal? Misschien toch nog maar even niet…
Boven bij het bergstation

null
null
Lekker wat aanrommelen hier
null
Heerlijk, die Geols
null
null
null
Even naar de top lopen loont
null
De afdaling naar Fügen mag er wezen
null
null
Alleen is dit dus vroeg in de middag, midden februari de realiteit
null
null
Nog even iets moois om mee af te sluiten
null

Fendels

Het houdt maar niet op met kleine gebiedjes regenen! Op de terugweg van locatie nog even in Ried gestopt om het skigebied Fendels aan te doen. Voor een heel klein meerprijsje had ik de Kaunertaler Gletscher er ook bij gehad, maar ik dacht daar de tijd niet voor te hebben. Ried is niet groot, maar al vaker is gebleken dat gebieden van nog geen 11km op papier toch veel te bieden hebben.
Fendels ligt dicht bij de weg naar Fiss en Serfaus. Vanaf de pistes van Fendels kijk je er de hele tijd op. Vanuit Ried ga je met de gondel naar Fendels, of je rijdt de bergweg omhoog en stopt bij het bergstation/dalstation. Dat complex is recent gerenoveerd en ziet er mooi uit, maar de liften zijn nog even oud.

null

Onder bij Fendels kijk je uit op twee korte sleepliften rechts en een wat langere met interessant ogende sleeplift links. Verder heb je een zitlift en hogerop een sleeplift met een tussentijdse uitstap (die totaal niet opvalt). Die sleeplift ontsluit trouwens een paar pittige pistes die waanzinnig beschut liggen onder een rotswand. Geen Dolomietentaferelen, maar best indrukwekkend.
Er waren helaas al de nodige pistes dicht half maart. De a-varianten en de blauwe 2 waren dicht door sneeuwgebrek. De blauwe 1 had last van enorme smelt-ijsplaten en zou ook niet al te lang meer open blijven. Dat zou toch al niet gebeuren, want in verband met Covid-19 zou alles sluiten twee dagen later. Lege afdalingen dus. Heerlijk! Breed en leeg, wat wil je nog meer? Misschien wat minder spijkerharde pistes om iets minder te krassen. En iets meer variatie in de afdalingen. Het gebied is namelijk erg overzichtelijk. Je ziet precies wat je krijgt. Vrij rechte racebanen, die bovenin flink steil zijn. Beginners blijven dus weg van de bovenste lift. Die biedt dan wel weer heel goed oefenterrein voor korte geslipte bochten. Ouderwets wedelen kan op de lange, brede en steile banen met wel tig man naast elkaar. Heerlijk toch? Wel jammer dat je dit gebied zo snel hebt gezien, en ik die 8 euro extra niet had uitgegeven voor de Kaunertaler Gletscher. Want dit skigebied voegt niet zo veel toe, behalve dan de rust die je er waarschijnlijk vind. Spotgoedkoop is het er niet. Makkelijk aan te rijden ook niet per sé; vanwege de drukte die het verkeer in deze populaire regio met zich meebrengt. Als je dan toch de Tiroler Oberlandcard hebt kun je natuurlijk altijd een dagdeel langsgaan, maar reken op meer vermaak op de gletscher. Daar vind je ook meteen meer horeca. Wèl een goede reden om hierheen te gaan is trouwens de rodelbaan, die een prachtig constante hellingsgraad heeft.

De gondeluitstap en tellerlift

null
null
IJsplaten; da’s niet Hammer
null
De sleeplift naar de top oogt indrukwekkend
null
De bergwand waar je uitkomt en piste waar je vanaf dendert ook
null
null
Wel heerlijke pistes, zo voor mij alleen
null
null
null
Aan de overkant SFL
null

Fijn dat je de links naar oude verslagen hebt staan, heerlijk om door te lezen!

Krijg hier zin van.

Kössen – Hochkössen

Voor een aanzienlijk deel van ons het eerste skidorp dat ze passeren op weg naar de skibestemming rondom Kirchdorf en St. Johann in Tirol, Waidring, Fieberbrunn of de Pinzgau in. De eerste? Dat zelfs niet eens, maar daar kom ik later wel eens op terug. De regio Kaiserwinkl is in iedergeval beroemd om zijn kaas, de gemoedelijke sfeer en de ligging direct bij de grens met Duitsland. ’s Zomers een prachtige wandel- en fietsregio, ’s winters een gemoedelijke familieregio.
Kössen is samen met Walchsee het toeristische hart van de kleine regio, die ook toegang biedt tot Reit im Winkl (vandaar de naam), de andere kant van de Steinplatte.
Dit artikeltje gaat over het skigebiedje van Kössen, dat ook wel Hochkössen genoemd wordt. Hoog is het zeker niet met een top onder de 1700m, maar aanmerkelijk hoger dan de buren. Met die buren, de Zahmer Kaiser, vormde Kössen jarenlang een skipaspartnership. Dit is niet langer het geval, dus een kaart kopen die in beide gebieden geldig is gaat niet meer. Zelfs niet met een Tirol Snow Card.

null

De skiberg Hochkössen heeft 22km aan afdalingen en kenmerkt zich door twee delen, gescheiden door een paar varianten van de dalafdaling. Onderin liggen een mooi aantal oefenweides, terwijl bovenin een aantal oude tweezitters je divers palet aan korte afdalingen serveren. Deze regio was van oudsher erg sneeuwzeker, dus zo veel kilometers in het dal was zo gek nog niet. Het even verderop gelegen St. Jakob am Haus heeft een nog groter aanbod onderin en draait ook een behoorlijk seizoen normaalgesproken.
Het dalskigebied van Kössen is niets bijzonders, met een aantal sleepliften en diverse gradaties blauwe pistes. Wat wel opvalt is dat de steile rode trainingsstreckes (eigenlijk maar één piste, want het andere stuk is niet besneeuwd) slecht bereikbaar zijn met de skilift. Het kan wel, maar vraagt wat gekluun. Onderaan is de instap in de gondel ook wat ongeorganiseerd. Er is niet echt een plateau om uit je materiaal te stappen als je van boven komt, want daarop staat de wachtrij voor de lift. Eenmaal boven wacht je meteen weer een rij, want de fijnste pistes zijn toch wel de blauwe 1 en rood/zwarte 2. Ga je eerst naar beneden via de 4 wacht je een heerlijke start, maar daarna al snel een versmalling die aanhoud tot onder de Brandlift, waar je kan kiezen het blauwe pad te vervolgen of hoopt op voldoende sneeuw om de rode en zwarte open te kunnen gooien. Alleen de blauwe en het linker deel van de trainingspiste zijn besneeuwd, dus de keuze is meestal maar beperkt.
Gelukkig is het hogerop met de sneeuw heel behoorlijk gesteld. Wel wat hard, maar zeer prima om de ski’s op de kant te gooien. Ook hier kom je weinig boarders tegen, terwijl er geen stukken zijn waar je hoeft te steppen als je de blauwe 3 vermijd. Let wel, de piste langs de Gipfellift is de fijnste blauwe piste, dus reken hier op veel klasjes. De zwarte naar Almlift is heerlijk rustig, dus ideaal voor de sportieve skiër. Je kunt overal via piste 3 komen, maar houdt er rekening mee dat dit ’s zomers het wandelpad is naar de Bärenhütte.
In het kort: Het is een prima en zeer betaalbaar familiegebied voor kinderen die in de beginstadia van het leren zitten. Het skigebied is lekker knus, met één centraal punt waar je eigenlijk altijd weer terug komt. Accommodaties zijn hier ook goed geprijsd namelijk. Neem de verouderde infrastructuur wel voor lief. Ook is de kans op Nederlandstalige les wat kleiner, evenals goede sneeuwcondities de hele dag door.
De toegangsweg biedt goed zicht op de skiberg
null
Kössen, met daarachter de noordelijkste echte bergkam van de Alpen alhier
null
Het kan gezellig druk zijn op de blauwe 1, maar er is ook ruimte om te genieten
null
null
Erg fijn, de 2
null
Wat druk en chaotisch bij de liften
null
null
Blik richting Kirchdorf
null
Mooie sneeuw op de top
null
null

Zahmer Kaiser – Walchsee

’s Zomers is de Walchsee duidelijk een toeristentrekker. De vele hotels langs het meer zien er ’s winters nogal troosteloos uit, en de meesten zijn dan ook gesloten. Voordat je dit allemaal te zien krijgt als je uit richting Duitsland komt, passeer je al de inrit naar de lift. Pas op dat je deze niet voorbij scheurt, want het is maar een klein inritje. De parkeerplaats is wat groter, maar meer dan 100 auto’s hoef je hier niet te verwachten.
Als je het over kleine pareltjes hebt is dit kleine familiegebiedje er zeker een. Helaas speelt de hoogte het gebied parten want het ligt tussen de 600m en 1100m. Ronduit laag dus. Wel degelijk meer dan een oefenliftje. De pistekaart telt rond de 12km, met voornamelijk blauw en één rode.

null

Om te beginnen met de bijzonderheden: Op dit skikaartje tref je maar liefst drie rodelbanen, waarvan er sowieso altijd één geopend probeert te zijn. Deze vertrekt vanaf restaurant Aschinger Alm, waar je ook prima kunt eten. Veel mensen wandelen hier naartoe omhoog om te pauzeren en lunchen, om vervolgens weer terug te wandelen. Per ski passeer je over een flauw pad dat deels dienst doet als rodelbaan. Het pad terug is erg vlak, en prikken is gegarandeerd als de rode piste niet open is. Bij de Aschinger Alm vind je ook twee sleepliften, waarvan één geen dienst meer doet. Deze is simpelweg uit de pistekaart getyp-ext. Kijk maar eens naar die witte vlek rechts naast het korte sleepliftje rechtsmidden boven. Dat korte sleepliftje is vooral om je naar het restaurant te brengen, want de piste erlangs is erg vlak. De uitzichten op de Zahmer Kaiser zijn hier trouwens fantastisch. Nee, het afdaalwerk moet je toch echt hebben van de pistes die de zitlift ontsluit. Een aantal lekkere blauwe en een rode. Langs de linkerkant is er ook een sleeplift om de trainingspiste te bedienen. Verder vind je in Durchholzen zelf ook nog een sleeplift en oefenweide die niet op de pistekaart staan, maar wel in je skipas zit. Om even kort door de bocht te gaan: Zonder natuursneeuw is het skigebiedje iets te beperkt. De rode afdaling zat dicht, en alleen de buitenste variant van de blauwe piste, langs de sleeplift, is besneeuwd. Jammer, want de rode zag er fijn uit. Zeker ook omdat de verschillende varianten van de blauwe afdaling erg fijn waren. Zelfs met weinig sneeuw. Sterker nog, de pistes die de zitlift ontsluit zijn lekkerder dan de pistes van Hochkössen. Het is er rustiger, de horeca is goed voor elkaar en de uitzichten zijn mooier.
Ga er dus zeker eens langs bij een goed sneeuwdek in het dal. Als er op 600m flink sneeuw ligt en de rode piste open is kun je je hier zomaar eens een hele dag vermaken! En je kinderen nog langer. Geen koude wind, geen ellenlange liften, geen rijen. Kortom, genieten!
Heerlijk, deze blauwe 4
null
's Zomers schuift het middenstation onder de lift
null
Leuke afdaling onder die lift
null
Bospad annex rodelbaan
null
Aan het eind van het pad wordt je getrakteerd op dit uitzicht; de Zahmer Kaiser
null
Na een kort liftje kom je bij de fijne Aschingeralm
null
En kom je te voet of met de auto, is het uitzicht ook niet te beroerd. Je kijkt richting de grensovergang
null
Echt jammer dat de rode piste niet open is…
null
null
Zicht op Walchsee. Het meer is verstopt achter de heuvel rechts
null

Obergürgl-Hochgürgl

Disclaimer: Dit verslag is een samenraapsel van meerdere korte bezoeken op meerdere momenten in het seizoen, maar nooit vroeger dan begin februari.
Het pareltje aan het eind van het Ötztal, zo noemen sommigen Obergurgl. Vent zou ik dat eerder noemen, maar het is prima toeven in de Gürgls. Ter plaatse is vooral voor de upper-class, maar vanuit Sölden is het middels bussen prima ontsloten. Bij een meerdaagse pas heb je nu standaard de Ötztalcard en daarmee toegang tot alle skigebieden in het dal. En dat is zeker de moeite. Want hier vind je veel gemoedelijke en brede blauwe pistes. Rustig is het daardoor helaas niet meer. Aangezien je hier tussen de 2000m en 3000m kunt wintersporten is het zeer sneeuwzeker. Ook liggen veel van de afdalingen volgens een natuurlijk verloop op de helling, wat een authentieker skigevoel geeft. Preparering is echter wel een dingetje, en reken door de vaak koude wind op harde pistes.

null

Bij elkaar tref je hier 110km aan afdalingen. In 2019 is de Kirchenkarbahn sectie II afgemaakt, waardoor er weer wat blauwe piste bijgekomen is. Vergis je niet: Ongeveer een derde van de blauwe afdalingen zijn paden. Rondom de Wurmkogl en de Roßkarbahn vind je wel heerlijke en niet te steile afdalingen hoor, maar de rode en (licht)zwarte pistes hier zijn leuker. Ik had zelfs het geluk dat ik een stuk nostalgie mee kon pakken in de vorm van de Vorderer Wurmkogl sleepliften. Deze ontsluiten vooral een stuk off-piste, waar je zonder gids zeker niet zomaar in moet duiken. Qua piste is het er vooral rustig, maar vaak ook spijkerhard en ijzig. Boven Obergurgl is vooral de Hohe Mut een aanrader, maar vanaf de Festkogl kun je ook heerlijk naar beneden sjezen. Net zoals het hooggelegen Obertauern geeft ook Gürgl niet de indruk aan zijn pistekilometers te voldoen. In goed vier uur kun je alles gedaan hebben. Mede dankzij de vele snelle liften natuurlijk. Ook is het hoogteverschil op de meeste afdalingen maximaal 600m. Goed zat hoor, want de gemiddelde bezoeker komt hier niet om moe te worden. Wil je wel flink wat hoogte pakken en nog moe worden ook, pak dan vanaf de top van het gebied boven aan de Wurmkogl II de zwarte 28, overgaand in de blauwe 26. Voordat je de zeer lichtrode 33 helemaal omlaag neemt ga je daar via de zwarte 34 heen. Als het dan nog niet voelt weet ik het ook niet meer.
Al met al vooral een bestemming voor een ontspannen skivakantie, want de pistes zijn nergens echt moeilijk. De uitzichten fenomenaal, zeker als het aan de Italiaanse kant helder is. Je voelt je echt één met het hooggebergte. Jammer dat de ondergrond altijd zo hard is, en de meeste hutten op de piste overvol zijn en weinig bijzonder. Daarvoor kun je terecht bij de vele (dure) hotels. Als je dan toch wat gangbaars zoekt, ga dan naar de Hohe Mut Alm of Zirben Alm.
De voordelen van dit gebied: De vele blauwe pistes. De nadelen: De dure accomodaties en de vele bezoekers die vanuit Sölden komen skiën.
Mooie uitzichten
null
null
null
Lekkere pistes bij de Wurmkogel en Hochgurglbahn
null
null
Mooi plekje bij de Kirchenkarhütte
null
Bij de Hohe Mut Alm ook
null
Nostalgie bij de Vorderer Wurmkogel II
null
null
null

Tour de Dolomiti – Rondscheuren door de zuidelijke Dolomiti Superski

Skicenter Latemar – Obereggen

Dit skigebied ligt eigenlijk best dicht bij de skireuzen van de Sella Ronda. Canazei is namelijk nog geen half uur rijden. Toch trekt het daar duidelijk meer mensen dan iets zuidelijker. Is dat terecht? Zeker niet. Dat is sowieso een vraag die hier veel beantwoord gaat worden.

null

Het skigebied van Latemar en Obereggen ligt tussen de 1550m en 2380m, met net geen 50km aan afdalingen.
Als je zoals wij net buiten Predazzo op de lift stapt, moet je eerst vanuit het dal met de gondel naar het plateau waar de pistes starten. Onderweg zie je nog steeds de schade van de storm van najaar 2018. Enorme vlakken met platgeslagen bomen. Langzamerhand is met het meeste wel aan het weghalen, dus komende winter zal het al bijna allemaal opgeruimd zijn.
Terugkomend op het skigebied: Overal kun je rond de 600 hoogtemeters maken. Ook kun je op bijna alle punten twee kanten op, wat de mogelijkheden vergroot en het gebied groter laat aanvoelen dan het is. Je kunt zodoende echt een tochtje maken. Het hoogste punt wordt ontsloten door een zeldzame sleeplift. Vrijwel alle andere liften zijn snelle stoeltjesliften. Centraal in het gebied vind je het dorpje Pampeago. Hiervandaan kun je omhoog wandelen naar de hutten die aan het Latemarmassief liggen. Ook lopen hier een paar liften met leuke en rustige afdalingen vandaan. Zo ook de tocht naar het hoogste punt. Al te moeilijk zijn de afdalingen niet, maar de zwarte vanaf Monte Agnello is wel wat pittiger. Boven Obereggen vind je een aantal fijne rode pistes waar je heerlijk volle bak vanaf kunt skiën. Met kinderen kun je in Obereggen of Pampeago goed terecht, maar als ze gevoelig zijn voor verdwalen zou ik een andere bestemming kiezen. Door de vele varianten van afdalingen kan het zomaar zijn dat je bij de verkeerde lift uitkomt en eventueel in heel de verkeerde plaats staat. En het is erg ver rijden van Obereggen naar Predazzo of zelfs Pampeago.
Voor de gevorderde skiër zijn de afdalingen vanaf Passo Feudo het meest interessant. De rode afdalingen hier zijn wel degelijk rood en overbruggen zo’n 600 hoogtemeters, die je vanaf Predazzo met één lift bediend krijgt. Hier vind je ook een korte rodelbaan en een alpine coaster. Die laatste is uitsluitend voor zomergebruik. Ga je hier naar beneden, heb je ook goed zicht op de springschansen die onderaan bij het liftcomplex in Predazzo staan. Alpe Lusia is net aan het zicht onttrokken, maar je kunt wel een glimp opvangen van Alpe Cermis.
Al met al een behoorlijk gevarieerd gebied met voldoende lange afdalingen. Duidelijk rustiger dan de Sella Ronda, maar ook merkbaar het meer populaire gebied in de regio. Opmerking is nog wel dat er weinig authentieke horeca te vinden is in het gebied. Groots opgezet of juist modern en exclusief vind je er wel, maar leuke kleine en ietwat ouderwetse hutjes zijn wat schaarser. En zoals het in Italië vaak het geval is, keus genoeg.

Carezza – Karerpaß

Onder het Rosengartenmassief vind je het huisgebied van TechnoAlpin. Op het grensgebied van Duits en Italiaans, dus ben je het laatste niet machtig kun je hier nog uit de voeten. Met 40Km aan pistes niet te groot, en ook qua hoogtemeters valt het hier reuze mee. Wat dit gebied tot een bezoekje waard maakt is de rust. Er komt echt bijna niemand, dus de goede pistes heb je vaak voor jezelf. Om van Karersee (Carezza) naar Welschnofen (Nova Levante) te komen moet je wel een vrij vlak stuk over, dus laat in het seizoen geen grote aanrader.

null

De opbouw is eigenlijk vrij simpel. Twee kleine verticaal opgebouwde skigebieden die met elkaar zijn verbonden via een vrij horizontale piste. Van Welschnofen naar Carezza begint trouwens nog best stevig, dus houd je de snelheid onderin wat vast hoef je niet te prikken. De andere kant op is wel wat vlak, maar als je niet remt goed te doen. Bovendien komt daar een nieuwe lift (met bijbehorende piste), zodat prikken en met de sleeplift binnenkort tot het verleden behoort. Boven bij Welschnofen vind je de leukste afdalingen. Onder de noemer König Laurin stap je in een gloednieuwe cabinebaan die je naar een serie zwart/rode afdalingen brengen, afgerond met een mooi maar vlak bospad dat ze op de één of andere manier rood hebben ingekleurd op de pistekaart. Die zwarte delen op de pistekaart zijn inderdaad zwart, maar er is dus geen alternatief voorhanden. Daarna zwakken ze wat af en is de rode kleur inderdaad de juiste. ’s Ochtends een snaarstrakke 20 af mogen knallen is een waar genot. En later via de 21 en 30 naar de verbindingssleper naar Karersee is ook een absoluut genoegen. Van zwart naar serieus rood naar ontspannen en speels blauw.
Boven Carezza vind je mooie brede oefenweides met daarboven een iets steiler gedeelte. Hier vind je dan ook veruit de meeste skiklasjes. Ga je langs de golfbaan verder richting Vigo di Fassa, vind je hier nog een lift met alle kleuren piste in het aanbod. Niet al te veel hoogtemeters, maar recht langs de lift steil zat. Doorkruist met het blauwe pad waardoor je op moet passen met je van de zwarte storten. Voor je het weet ram je iemand onderuit, of vlieg je verder dan je lief is. Pas dus goed op!
Voor kinderen is het hier lekker overzichtelijk, voor gevorderde skiërs een beetje tè. Met een dag heb je alles al drie keer gehad en ben je er wel door, maar kinderen kunnen dan weer heel goed het hele gebied doorkruisen, om trots te kunnen vertellen dat ze alle pistes hebben gedaan.
De hutten liggen hier een beetje uit het zicht, maar langs de golfbaan en de weg concentreren zich de meeste. Bovenaan bij Laurin’s Lodge zit je het meest spectaculair en zijn de faciliteiten ook op orde.

Welschnofen in de diepte

null
Snaarstrak en doodstil
null
null
Mooie niet te steile pistes boven aan de Tschein
null
Prachtige uitzichten bovenaan bij Laurin’s Lodge/Kölner Hütte, maar vandaag wat minder
null
null

Tour de Dolomiti – Rondscheuren door de zuidelijke Dolomiti Superski

Vigo di Fassa

null

Aangezien we vlak onder de lift hier verbleven was het logisch om de huisberg ook te bezoeken. Een klein gebiedje onder het Rosengartenmassief met toegang vanuit twee dorpen. Vigo en Pera di Fassa. Hier in het Val di Fassa is het naast een skiparadijs ook een langlaufregio. Er lopen loipes door het hele dal, die wonder boven wonder lang goed blijven voor de hoogte en de relatief zuidelijke ligging. In Pera start de lift dan ook praktisch aan de loipe.
Het skigebiedje zelf telt 13Km aan pistes, maar wel twee dalafdalingen. Dat betekent dat de afdalingen boven bescheiden zijn. Skigebied Catinaccio bestaat dan ook min of meer uit die twee dalafdalingen met een oefenweide boven en wat varianten op die dalafdaling. Wel in alle kleuren gelukkig. De afdaling naar Pera is onder Pian Pecei vooral een pad. Toch is het hier mogelijk om beide kanten op zo’n 800 hoogtemeters te maken. Niet slecht.
Dat is de zwarte 2 ook niet. In de volksmond ook wel de Alberto Tomba genoemd. De blauwe route er omheen is vooral een doorgaspiste, maar op de steile hellingen van die kom moet je wel degelijk je materiaal onder controle houden. Zoals gezegd is het onder Pian Pecei niet meer zo bijzonder, en moet je nog een eind klossen vanaf het einde van de piste naar de lift. Leuker is de afdaling naar de Catinaccio. Een gevarieerde rode piste die je het zuur in de benen kan bezorgen.
Zit je hier in de buurt, dan is dit een ideaal gebied om op te warmen. Niet al te moeilijk, zeker niet te groot en met mooie uitzichten op de Val di Fassa. De afdalingen zijn toegankelijker dan in Pozza en als je verkeerd uitkomt ben je sneller van het ene uiteinde naar het andere dan in bijvoorbeeld Carezza. En misschien wel het belangrijkste: Het is er heerlijk rustig.
null
null

Pozza di Fassa – Alba – Buffaure

Tegenwoordig verbonden met de Sella Ronda, dus een steeds toegankelijker gebied. Gelukkig zijn de massa’s nog niet voor Buffaure – Ciampac gevallen. Hoewel er in Alba wel veel accomodaties bijkomen, wat de drukte in de toekomst zal doen toenemen. Tegelijkertijd geheel terecht en zonde. Want het kleine gebiedje in de schaduw van de Belvédère is zeker de moeite waard. Je gaat tot dik 2400m de hoogte in. Daarnaast zijn er aan beide kanten zeer sportieve dalafdalingen te vinden. Er valt ook werkelijk een tochtje te skiën zo op en neer. En dat in een zeer bescheiden 24Km aan pistes.

De pistes zijn er overwegend rood en zwart, maar ik zou eigenlijk alleen de 5 en de 2(b) die kleur willen toekennen. De rest kan je als blauw zien. De rode 1a naar Pozza is bijvoorbeeld vooral een 6Km lang glijpad met enkele iets steilere stukken bovenin. Dat maakt de rode pistes boven Ciampac dus vooral mooie brede carve- of lespistes. Hier zie je dan ook heel veel skiklasjes. Buffaure is wat sportiever, hoewel de zwarte dalafdaling juist weer wat meer rechttoe-rechtaan is. Steil genoeg trouwens. Dat geldt ook voor de nachtpiste aan de overkant van de beek in Pozza. Hier loopt een zwarte piste direct langs de lift, of een rode die het steile stuk bovenin een beetje omzeilt. Pittig genoeg dus. Vraag maar aan die avondskiër die na een halve afdaling al door de pisteredding afgevoerd moest worden.
Voor de echte cracks is de zwarte 10. Met veel kleine draaiingen en wisselingen in hellingsgraad een heerlijk kuitenbijter. Wil je hier doorsteken naar Belvédère moet je wel bereid zijn in de rij te staan, want voor de grote gondel staan de hele ochtend flinke rijen, ook in het laagseizoen. Heel anders is het de andere kant op, terug de Ciampac op. Daar blijft het meestal wel rustig, hoewel je bij de zitlift daarboven soms even aan moet schuiven vanwege de skiklasjes. De verbinding terug naar Buffaure is wat vlak, maar wel een prachtige vallei om doorheen te sjezen.
Weer een prachtig klein gebied in het Fassadal dus. Samen met Vigo leuk voor een paar dagen, maar het is fijn dat er meer gebieden in de buurt liggen. Want ook voor de kinderen is het wat beperkt, en als gevorderde wintersporter heb je deze kleine reuzen in een dag allebei wel gezien.
Boven Pozza een mooi verzamelpunt

null
De kom bij Buffaure is vooral weids, met een verlaten rennstrecke
null
Mooie uitzichten weer
null
null
null
De vallei tussen de twee delen is voelt ver verwijderd van alles
null
Leuke dalafdaling naar Pozza
null
De avondpiste wordt goed gebruikt
null
null
null

Heel leuk dat je dit zo gedetailleerd deelt allemaal Bennie! Mooi om te lezen.

Tour de Dolomiti – Rondscheuren door de zuidelijke Dolomiti Superski

Malga Ciapèla - Marmolada

De legendarische gletscherberg: Marmolada. Velen beweren ook dat hier de mooiste afdaling van de Dolomieten ligt. Helemaal vanaf Punta Rocca naar Malga Ciapela. 1800 hoogtemeters in 12 kilometers. So they say. Ik ben al meerdere malen bij en op de Marmolada geweest. Nog nooit met goed weer. Nu wel. En laat me je het volgende zeggen. Dat was meteen de laatste keer.

null

De afdaling is lang, maar op de één of andere manier niet inspirerend. Het eerste gedeelte is best sportief te noemen, stevig zelfs. Totdat je bij Lago di Fedaia komt. Dan vlakt het compleet af en is het nog een kilometer of vijf doorglijden tot het evenzo weinig sfeervolle Malga Ciapela. Deze plaats ligt diep verscholen tussen de alpenreuzen en is zodoende ’s winters vooral in schaduw gehuld. Ook heeft de mythe van de hoogste berg van de Dolomieten een ongekende aantrekkingskracht op de vakantieskiër. Hutje mutje opeen gepakt wordt je in drommen naar boven vervoerd, alwaar matige wintersporters de piste compleet omploegen. Eenzelfde lot treft trouwens ook de Lagazuoi. Zonde eigenlijk, maar iedereen heeft recht op de uitzichten en must-sees in een skigebied. Dus neem ik het voor lief. Ik heb het gezien. En ik ga weer lekker terug naar Alta Badia, als ik dan toch wat in de buurt moet kiezen. Of even een rondje om het Sella-massief om te eindigen onder de Sassolungo via de fantastische stad der stenen terug naar de Col Rodella.
Uitzicht vanaf de top van de Marmolada, met rechtsonder de buckelige piste (is nog ergens rond 11.00u in de ochtend)
null
De vlakke pistes net voorbij de sleepliften onder bij Malga Ciapela. Voorop een voorbeeldskiër; ruimte voor verbetering
null
Citta dei Sassi
null
null

Tour de Dolomiti – Rondscheuren door de zuidelijke Dolomiti Superski

San Martino di Castrossa

Tijd om nog verder zuid-oostelijk af te zakken. Hier op de grens tussen de provincies Trentino en Belluno vind je een redelijk populair gebied voor de inwoners van het stedelijk gebied in de buurt van Venetië en Padua. Sowieso ontvangt de regio Belluno meer bezoekers uit het zuiden dan uit het noorden. Terecht? Zeker niet. De zuidelijke Dolomieten zijn namelijk vakantiebestemmingen pur sang. Heerlijk relaxte sfeer, vaak goed weer en zalige kneuterigheid. Van fabrieken is hier geen sprake. Zo ook in San Martino niet. Al te nieuw is het zeker niet overal, maar alles functioneert vlekkeloos. Samen met Passo Rolle vormt dit een mooi in de natuur geïntegreerd skigebied goed voor 60Km aan afdalingen.

null

San Martino di Castrossa zelf is goed voor driekwart daarvan. Met 45Km aan afdalingen tussen de 1400m en 2350m en goed toegankelijk off-pisteterrein, veelal gelegen tussen de bomen, kun je hier je prima vermaken. Passo Rolle ligt op een pashoogte en heeft niet zo veel hoogteverschil, waardoor je vooral korte pistes hebt. Daarnaast zit je met slecht weer op een hoogvlakte zonder bomen, en dus zonder dieptezicht. In San Martino heb je dan veel meer mogelijkheden. Aan de andere kant van het dorp zit de avondskihelling. Later meer daarover.
Het skigebied strekt zich uit over bergruguitlopers, bovenin met elkaar verbonden. De dalstations liggen relatief dicht bij elkaar, maar zijn alleen via de Cima Tognola met elkaar verbonden. Vanaf hierboven lopen aan beide kanten mooie rode pistes naar beneden. Aan de kant van Punta Ces wat sportiever, aan de kant van Malga Tognola wat meer ontspannen. Zoals altijd in Italië zijn de rode pistes niet al te moeilijk, maar de rode 16 en 22 vormen daarop een uitzondering.
Op Alpe Ces ligt de beste oefenzone van het gebied. Vrij vlakke, brede blauwe banen door een nieuwe gondel ontsloten. Heerlijk in het zonnetje je bochtjes oefenen dus. Nadeel van deze zonnige ligging is wel dat je wat vroeger op de dag al pap hebt. Als beginner kun je je dan beter op de hochalm van Alpe Tognola begeven. Hier liggen ook heel wat eenvoudige blauwe en niet al te moeilijke rode pistes. Aan deze kant kun je ook over de rode 24 naar het dal skiën. Deze variant is vooral een breed pad naar beneden, dus is nergens moeilijk te noemen. Onderin pakt het ook de blauwe paden van de andere dalafdaling op, om als glijweg naar het dalstation door te gaan. Die andere dalafdaling is dus iets sportiever, maar wordt dat vooral als je bij het zwarte gedeelte komt. Ineens stort je je naar beneden en begint het echte werk. En dat heerlijk beschut tussen de bomen. Samen met de zwarte variant vanaf Punta Ces – aan de ander kant van het gebied – zijn dit de enige zwarte afdalingen in het gebied. Het stuk bij Punta Ces is ook best wel sportief hoor, maar de zwarte afdaling daar is een stuk gelijkmatiger. Wel leuk is om daarna door te stomen naar de rode 13. Samen vormt dat een mooi geheel. Zodoende heb je minstens vier dalafdalingen, ieder met een heel eigen karakter.
Ga je naar de andere kant van het dorp, wat per skibus of per auto kan, vind je nog een gondel met een blauwe piste waar je ook de avondski hebt. Hier pak je toch mooi 450 hoogtemeters mee, heerlijk gelegen op het westen. Helaas zorgt dat wel voor zachte sneeuw in de middag, maar ’s avonds zal dat weer mooi hard zijn. Bovenaan vind je een restaurant met mooi uitzicht op San Martino. Hier houdt het echter niet op. Met een grote cabine kun je ieder half uur nog verder omhoog, naar Rosetta. Dit is een hoogteplateau op 2600-2700m. Hier kun je heerlijk toerskiën, langlaufen of met sneeuwschoenen lopen. Meerdaagse huttentochten op hoogte behoren ook tot het repetoire. De uitzichten zijn niet te versmaden. Overnachten is mogelijk in de grote hut, maar als je alleen een versnapering wil halen kan dat ook. Eenmaal terug bij de Col Verde vind je een iets minder vlakke piste, en een variant er omheen. Iedereen kan deze afdaling makkelijk aan, want deze is nergens steil of onoverzichtelijk. Wel ga je heerlijk door het bos heen.
Pluspunten van het gebied zijn de mogelijkheid om vanaf elke piek tot in het dal af te dalen, het off-pistepotentieel en het toegankelijke maar toch gevarieerde piste-aanbod.
Jammer is dat je af en toe met een oude, ietwat oncomfortabele lift moet. Daarnaast is het gebied niet al te groot, dus om als gevorderde wintersporter het hier een week vol te kunnen houden heb je wel een dump(je) nodig, of minimaal een half uurtje rijden tot de volgende skigebieden op de SuperSki pas. Nog een puntje van kritiek volgend uit de verslagen van Asterino is dat de piste-preparatie hier voor Italiaanse begrippen onder de maat kan zijn. Wij hadden prima pistes, maar ze hebben dus niet altijd goede pistenbullychauffeurs. In combinatie met warm weer of veel sneeuwval zal het dan niet echt genieten zijn op de piste als je pech hebt.
Het dorp en het hoofdskigebied links achterin. Passo Rolle ligt precies achter de bergkam waar je recht op kijkt
null
Vanaf Punta Ces ligt Cima Tognola best ver weg
null
Op de kam van de Cima Tognola
null
Genieten van de bergen
null
Bovenop de Rosetta heb je een groot wandel en tourplateau en kijk je tegen de massieve rotsmuren die de Dolomieten typeert
null
null

Tour de Dolomiti – Rondscheuren door de zuidelijke Dolomiti Superski

Civetta

Aan de voet van de machtige toppen van het Civettamassief en Monte Pelmo vind je dit ruim 70Km tellende skigebied. Voor degenen die de Cinque Torri al eens bezocht hebben zijn bekend met de aanblik van de Civetta. Mocht je in Arabba of Cortina verblijven zijn Alleghe en Selva di Cadore ook qua reistijd goed bereikbaar. Hier krijg je een afwisselend aanbod pistes tussen de 2100m en 1000m voorgeschoteld.

null

Alleghe ligt wat verscholen onder het Civettamassief aan een stuwmeer. De valleien aan de andere kant, rond Selva di Cadore en Zoldo zijn wat meer open en zien er wat meer verwelkomend uit. De aankomst bij het dalstation in Alleghe helpt er ook al niet bij, met zijn bouwput-/oostblokuitstraling. Kom je boven, dan ontvouwt zich een heel ander aanblik. Strak geprepareerde pistes en een fantastische blik op de steile wanden van Monte Civetta. Een logische keuze is om door te steken met de gondel naar Col dei Baldi. Op slechts 1920m het centrale punt van het gebied. Vanaf hier kun je naar Zoldo glijden of de verbindingen richting Col Floret of Selva di Cadore nemen. Zoldo ligt een beetje afzijdig van Selva di Cadore en vormt een op zichzelf staand skigebiedje. De hoogteverschillen vallen hier nogal mee, maar de pistes mogen er wezen. Achter de Crep de Pecol liggen prachtige brede pistes op een mooie glooiende helling. Hier vlieg je over blauw en rood naar beneden. Ga je het hoekje om vind je hier ook nog een mooie zwarte piste en erg fijne rode carve-afdaling eindigend bij een aardig koffietentje. Terug bij de Crep de Pecol vind je ook de verlichte pistes. En hier zijn ze niet al te scheutig en serveren ze je een zwarte en rode piste. Heerlijk rustige en brede afdalingen die zich met wisselende hellingshoeken naar beneden slingeren. Goed om achter elkaar te blijven doen. Op de terugweg naar Selva di Cadore tref je boven Palafavera nog een oude zitlift met dito rode piste. Overzichtelijk, zonder verrassingen maar wel op het zuid-oosten. Dus vroeg op de dag zacht, maar altijd in goede conditie omdat er zo weinig volk komt. Drukker is het boven Alleghe en Selva di Cadore. Met name de blauwe piste van de Col Floret naar Pian di Pezze is druk met klasjes en beginnende skiërs. Naar Selva di Cadore lopen vooral sportieve rode pistes. Boven op de Monte Fertazza vooral heel breed, maar ook best steil. De snelheid loopt er al vlot erg hoog op. Daarna kom je op een smallere piste richting het dal die zich met verschillende dipjes mooi naar het dal slingert. Ideaal om je benen te trainen. Iets verder naar het zuiden kun je de rode 21 op, wat een zo mogelijk nog afwisselender en daarmee sportievere afdaling naar Selva is. Halverwege die piste vind je half verscholen nog een sleeplift die je naar een blauw eilandje brengt. Met name de pistes die van deze lift afkomen zijn heerlijk om als beginner je bochtjes in alle rust te oefenen. Omdat het sleepliften betreft slaat bijna iedereen dit stukje over. Zonde toch? Kom je vanaf de andere kant staan de pistes trouwens als blauw ingetekend, maar mag je deze gerust rood tot zwart noemen. Dat is dan ook de kleur op de bordjes.
Daarmee komen we meteen op een duidelijk kritiekpunt. De werkelijke ligging en fysieke aanwezigheid van de pistes komt niet goed overeen met de pistekaart. Oriënteer je je hier volledig op, dan kan het wel eens zijn dat je verdwaalt of je maatjes kwijt raakt. Bewegwijzering op de piste is er ook amper, dus het is vooral zoeken en oriënteren op het landschap. Voordat we de dalafdaling naar Alleghe afrazen wil ik je de rode 13 aanbevelen. Deze piste ligt lekker centraal, maar wordt maar door weinigen bezocht aangezien het eenvoudiger is om de 1 naar het centrale punt te nemen. Jammer, want de piste is een typische racerspiste met een prachtige technische opbouw en hoog snelheidspotentieel.
Dat is de dalafdaling naar Alleghe niet. Die kun je meer als een tweetraps raket zien. Een sterke starter om de dampkring uit gelanceerd te worden en een stuwfase om verder te geraken. Je gaat vlak onder de steile rotswanden langs, waar je je over flink steile stukken naar beneden moet storten. Daarna draai je wat van de rotswand af en volgt een vlakkere en bij tijden smalle piste naar het dalstation op een bescheiden 1000m. Pak je alle afslagen goed kun je vanaf 2100m in één keer naar 1000m afdalen. Gegarandeerd pret en brandende benen.
Kortom, een verrassend compleet en sportief gebied. Zeer tekenend voor dit deel van de Dolomieten. Ben je geen veelskiër maar wil je wel een gevarieerd en sfeervol gebied, dan is dit gebied zeker een vakantie waard.
Monte Pelmo is een markant uitzichtspunt in het skigebied
null
Lekker ochtendzonnetje
null
Brede glijverbinding naar Zoldo
null
Het Civettamassief zie je eigenlijk niet liggen, maar je kijkt wel mooi op zijn kleine buur, Monte Coldai
null
Vlakke verbinding, maar precies steil genoeg om niet stil te vallen op het snowboard
null
De zwarte 37 stort zich tussen de bomen omlaag
null
Niet de nieuwste liften of sfeervolste hutten, maar het volstaat prima
null
null
Gas d’r op!
null
Blik op Selva Fosca en Pescul, met op de achtergrond Monte Cernera
null

Plaats een reactie