Skilift voor de deur en een kelder voor wijn en kaas
Chalets in de bergen heb je in soorten en maten, van super-de-luxe tot heel eenvoudig. Deze winter kreeg ik de gelegenheid om een chaletje van de laatste soort te bekijken. Even meegenieten?
Een eigen huis…je
Het blijft voor velen een stille wens; een eigen stekkie in de Alpen. Dat geldt voor mij ook, maar ik ben er altijd in geslaagd het bij een wens te laten. Mij lijken alle praktische bijkomstigheden als onderhoud en papierwerk niet opwegen tegen de voordelen van je eigen plek. Maar daar denkt niet iedereen zo over getuige de vele bezitters van tweede huisjes in de bergen. Van de winter werd ik uitgenodigd in zo’n tweede huisje en dat bleek een klein juweeltje. Geen luxe, maar boordevol sfeer.
Une cabane
Ik was eind maart in La Rosière voor het laatste tripje van het seizoen. Daar maakte ik kennis met Jean Marc, een local die in Bourg Saint Maurice woont en in een dalletje onder La Rosière een voormalige “cabane” bewoonbaar heeft gemaakt. Deze authentieke, kleine van lokale stenen gemaakte gebouwtjes werden gebruikt door de boeren die hun vee de bergen in brachten. Vaak bezaten ze meerdere van die hutjes op verschillende hoogtes. Als het voorjaar aanbrak brachten ze hun kudde een stuk de bergen in en gebruikten de hutjes dan als tijdelijke woonplek. Als het warmer werd trokken ze met hun kudde verder de bergen in naar hoger gelegen bergweiden, waar ze dan ook hutje bewoonden. Een hard bestaan in en met de natuur, dat ver weg staat van het leven in de moderne skidorpen.
Oase
De cabane van Jean Marc was er één van een klein groepje van dergelijke hutten in een smal dalletje op zo’n 1500 meter hoogte. Door de ontwikkeling van het skigebied van La Rosière waren ze onderaan een lift komen te liggen. Eén voor één waren ze gerestaureerd en voorzichtig in de moderne tijd beland. Er was elektriciteit, stromend water en WIFI maar verder was het alsof de tijd had stilgestaan. Als je onderaan de afdaling van de piste afstapt is het drie minuten lopen tot het weggetje waaraan de hutjes liggen. Het weggetje leidt in vijf minuten naar een dorpje met directe aansluiting op de hoofdweg. Niet bepaald het einde van de wereld. En toch voelde het wel zo. Als een kleine oase van rust.
Genieten
Wat moet het gaaf zijn om hier voor een weekend te komen. Heel knus met zijn tweeën. Een paar dagen romantiek combineren met skiën. Je stapt voor de deur op je ski’s en voor je het weet zit je op de Roc Noir op 2300 meter. Daar kun kiezen voor blijven in Frankrijk of skiën in Italië, want via de kleine St. Bernardpas ski je zo Italië in, met alle culinaire genoegens van dien. Niet voor niets zie je aan de Italiaanse kant veel meer restaurantjes dan aan de Franse kant. Over eten gesproken; onze gastheer onthaalde ons, zoals het een Fransman betaamt, met lekker eten. Een prachtige plank met lokale kaas- en worstsoorten –natuurlijk met een mooie wijn- en daarna een kaasfondue aan de keukentafel. Dat was nog best een uitdaging, want we waren met een groepje en het keukentje was van miniformaat en heel primitief. Wat trouwens alleen maar voor meer hilariteit zorgde. Wat een mooie middag hadden we.
Terug naar de basis
De rondleiding die we kregen terwijl de koffie werd gezet was overigens snel gedaan. De tweede verdieping was een vliering met een paar matrassen waar je via een ladder moest opklauteren, de eerste verdieping een eetkeukentje en een woonkamertje met een bed en dan was er nog de begane grond met een wc en een douche en een wijn- en kaaskelder. Na de rondleiding en de koffie volgde de onvermijdelijke Génépi.
Een skilift voor de deur en een kelder voor wijn en kaas. Meer heb je niet nodig. Toch?
Inderdaad, da`s genieten!